CO2-heffing voor industrie en AVI’s

23 juli 2019

In het Klimaatakkoord is nadere aandacht besteed aan de eerder aangekondigde nationale CO2-heffing die wordt gericht op de ‘industrie’. Ook de CO2-emissies van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) worden onder deze heffing gebracht. Er zal een wetsvoorstel worden ingediend. De CO2-heffing komt dan vanaf 2012 te bestaan naast de CO2-minimumprijs voor elektriciteitsopwekking waarvoor al een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ligt.

 De CO2-heffing, die per 2021 wordt beoogd, is er onder meer op gericht om industriële bedrijven in Nederland te prikkelen tot de Europese top te behoren qua CO2-efficiëntie. Tegelijkertijd zullen maatregelen worden genomen om het risico op weglek van bedrijvigheid naar het buitenland en afnemende investeringsbereidheid te minimaliseren. De gedachte is dat bedrijven daadwerkelijke verschuldigdheid van de CO2-heffing kunnen en zullen voorkomen door tijdig te investeren in het terugdringen van hun emissies. De heffing heeft niet als doel om opbrengsten te genereren, maar om bedrijven aan te zetten de gewenste investeringen in Nederland te doen. Mocht de heffing toch opbrengsten genereren, dan worden die via een terugsluis ingezet voor vergroening van de industrie.

 Object van heffing

De nationale CO2-heffing gaat gelden voor alle industriële broeikasgasemissies voor zover die onder het ETS (Europees systeem voor emissiehandel) vallen. Daarnaast gaat deze ook gelden voor substantiële lachgasemissies en de CO2-emissies van AVI’s. Emissies van elektriciteitsproductie, landbouw, mobiliteit en gebouwde omgeving worden niet in deze CO2-heffing betrokken. Het komt erop neer dat ruwweg 82% van alle industriële broeikasgasemissies onder de heffing zal vallen. In totaal betreft het circa 250 installaties/bedrijven.

 Tarief

De CO2-heffing begint in 2021, naar de huidige inzichten, op 30 euro per ton en loopt lineair op naar 125-150 euro per teveel uitgestoten ton CO2 in 2030 (inclusief de ETS-prijs). Bij de huidige verwachtingen zou dat circa 75-100 euro per ton in 2030 zijn, bovenop de ETS-prijs.

 Vrijstelling (heffingsvrije voet)

Aan ieder bedrijf dat wordt onderworpen aan de CO2-heffing zal jaarlijks een vrijgestelde hoeveelheid uitstoot worden toegekend. Daarbij is het de bedoeling dat bedrijven die tijdig voldoende investeren in uitstootreductie onder die heffingsvrije voet blijven en daardoor geen CO2-heffing verschuldigd zijn. Vrijgestelde emissieruimte die een bedrijf overhoudt, kan worden verkocht.

 Wetgeving

De CO2-heffing zal in een wetsvoorstel nader worden uitgewerkt. De doelgroep, heffingsgrondslag en de hoogte van de heffing zullen daarin precies worden vastgelegd. Ook zal worden aangegeven welke nadere details bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling zullen/kunnen worden uitgewerkt.