Vereenvoudiging regeling oninbare vorderingen Wbm

6 oktober 2016

De regeling oninbare vorderingen milieubelastingen wordt per 1 januari 2017 vereenvoudigd op een wijze die vergelijkbaar is met de regeling voor de BTW (Fiscale vereenvoudigingswet 2017). Deze regeling heeft betrekking op de energiebelasting, de belasting op leidingwater en de afvalstoffenbelasting en voorziet nu in een teruggaaf op verzoek van de belasting die door de belastingplichtige in rekening is gebracht aan de afnemers maar die niet wordt betaald. 
 De bestaande teruggaafregeling wordt omgezet in een direct op de aangifte toe te passen vermindering van belasting.
 Voor gevallen waarin de oninbaarheid niet eerder komt vast te staan wordt een fictie geïntroduceerd, te weten dat een vordering wordt verondersteld oninbaar te zijn op het moment dat de vordering één jaar nadat deze opeisbaar is geworden nog niet is betaald.
 Er wordt een zogenoemde indeplaatsstellingsregeling geïntroduceerd ter zake van vorderingen die aan andere ondernemers worden overgedragen (zoals factormaatschappijen).
 Bij algemene maatregel van bestuur zal worden vastgelegd hoe de nieuwe oninbaarheidsregeling in voorschotsituaties, die door een eindfactuur worden afgesloten, moet worden toegepast.