Vermindering niet doorbetalen aan aanbieder

18 mei 2021

Belastingplichtigen voor de afvalstoffenbelasting mogen voor stoffen die hun inrichting na de afgifte weer verlaten de belasting die ze eerder daarover hebben voldaan op hun aangifte in mindering brengen. Dit is geregeld in artikel 27 Wbm en is in de praktijk ook wel bekend onder de naam in-/uitregeling.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in een recente uitspraak beslist dat een aanbieder van afvalstoffen aan een afvalverwerker geen recht heeft op doorbetaling van de vermindering die de afvalverwerker realiseert bij de afvoer van afvalstoffen (zoals bodemassen) van zijn inrichting. Dat geldt ook voor het afval dat na afgifte door de aanbieder vervolgens door de afvalverwerker (tot 2019 onbelast) wordt afgevoerd naar het buitenland.
De Wbm geeft volgens het Gerechtshof geen enkel aanknopingspunt voor een verplichting om de vermindering van artikel 27 Wbm door te betalen aan de aanbieder van het afval. Overigens laat de Wbm de belastingplichtige ook vrij in het al of niet doorberekenen van de afvalstoffenbelasting zelf.
Of de aanbieder al dan niet recht heeft op doorbetaling van de vermindering moet dan ook worden beoordeeld vanuit de overeenkomst die tussen afvalverwerker en aanbieder is gesloten. Het Gerechtshof acht daarbij de tekst van de overeenkomst en hetgeen gebruikelijk is in de markt van doorslaggevend belang. In de betreffende zaak had de afvalverwerker in de jaren 2015 en 2016 wel gedeeltelijk aan de aanbieder de eerder in rekening gebrachte afvalstoffenbelasting gerestitueerd maar in de jaren daarna niet meer. Het feit dat de afvalverwerker over de jaren 2015 en 2016 aan de aanbieder restitutie heeft verleend, is volgens het Hof onvoldoende voor de conclusie dat er een afspraak zou zijn om ook voor de jaren daarna dit te doen. De zaak wordt door het Gerechtshof verwezen naar de Rechtbank waarbij de aanbieder alsnog in de gelegenheid wordt gesteld feiten en omstandigheden te bewijzen die het oordeel rechtvaardigen dat de gestelde afspraak van partijen uit 2015 en 2016 tot restitutie (ook) ziet op de jaren 2017 tot en met 2019.