Voorstel herziening EU Richtlijn energiebelastingen

4 november 2021

Afgelopen zomer presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor herziening van de Richtlijn energiebelastingen (2003/96/EG, hierna: richtlijn). Het voorstel is onderdeel van het zogenoemde Fit-for-55-pakket, welk pakket invulling geeft aan het juridisch bindende Europese broeikasgasreductiedoel van ten minste netto 55% in 2030 ten opzichte van 1990, zoals vastgelegd in de Europese Klimaatwet. Inmiddels is er een reactie van het kabinet op het pakket en op de voorgestelde herziening van de Richtlijn energiebelastingen.

Ecolegis zet voor u de hoofdlijnen op een rijtje.

Doelen

Allereerst wordt beoogd om de richtlijn beter te laten bijdragen aan de aangescherpte klimaatdoelen. Hiertoe stelt de Commissie voor de belastingen op energieproducten en elektriciteit in lijn te brengen met het energie-, milieu- en klimaatbeleid van de EU om zo de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Ook als doel geldt, onder andere, om de werking van de interne markt te verbeteren door:

  • de reikwijdte van de richtlijn te verbreden en
  • het aantal vrijstellingen te verminderen.

 Tarieven

De Commissie stelt voor om de minimumtarieven voor brandstoffen en elektriciteit te verhogen en de tarieven te bepalen per eenheid energie-inhoud (GJ) in plaats van per volume-eenheid. Verder wordt voorgesteld om 4 tariefgroepen voor verschillende brandstoffen en elektriciteit te introduceren. Een degressieve tariefstructuur, zoals onze nationale EB kent, wordt niet langer toegestaan. De minimumtarieven zullen jaarlijks worden geïndexeerd.

 Grondslag

Voorgesteld wordt om de reikwijdte van de richtlijn uit te breiden door het belasten van brandstoffen die worden gebruikt in de lucht-, zee- en binnenvaart. Daarnaast moeten verschillende nieuwe producten, zoals vaste biomassa en waterstof, ook worden belast. De uitzondering voor aardgas gebruikt in mineralogische procedés vervalt blijkens het voorstel. Daarmee zal de richtlijn verplichten ook over het aardgas gebruikt in die procedés EB te heffen.

Het blijft mogelijk dat aardgas gebruikt in WKK-installaties wordt vrijgesteld, maar dan alleen nog voor zover het gaat om elektriciteitsopwekking. Nieuw hierbij is dat over het aardgasdeel dat ziet op de opwekking van warmte ten minste het minimumtarief moet worden gehanteerd.

 Inwerkingtreding

De voorgestelde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023 voor implementatie van het gehele Commissievoorstel kan, naar het kabinet aangeeft, voor de Nederlandse belastingen op brandstoffen en elektriciteit nu al niet worden gehaald. Daar komt nog bij dat ook de onderhandelingen om tot een definitieve versie van de herziene richtlijn te komen naar verwachting nog de nodige tijd zullen vergen.