Wetsvoorstel minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

22 juni 2019

Recent is een wetsvoorstel ingediend tot introductie van een nieuwe belasting: de minimum CO2-prijs. Deze belasting heeft een aanvullend karakter en is gericht op elektriciteitsproducenten (inclusief WKK in sectoren zoals chemie, voedingsmiddelen, papierproductie en glastuinbouw). Noodstroomaggregaten worden, onder voorwaarden, uitgezonderd. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2020. Bijzonder vinden wij dat geen belastingopbrengst wordt nagestreefd noch wordt voorzien, maar dat de belasting enkel tot doel heeft investeringszekerheid te bieden.

 Er is overigens nog een ander wetsvoorstel met betrekking tot het beprijzen van CO2-uitstoot in de maak: een CO2-heffing voor de industrie. Het gaat om twee separate trajecten. Industriële partijen zullen voor dezelfde ton CO2 niet worden belast voor zowel de minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking als voor de CO2-heffing industrie.

 Het huidige wetsvoorstel regelt de invoering van een minimumprijs voor de emissie van broeikasgassen (CO2 en andere broeikasgassen) als gevolg van de opwekking van elektriciteit door bedrijven die vallen onder het Europese systeem van emissiehandel (EU ETS). De minimumprijs wordt zekergesteld door de onderhavige – aanvullende – belasting. Voor de emissie van broeikasgassen als gevolg van elektriciteitsopwekking door brandstof- of grondstofgebruik moet alleen maar belasting worden betaald als de prijs van emissie in het EU ETS lager is dan de Nederlandse minimumprijs. Het belastingtarief (per ton broeikasgas) is dan gelijk aan het verschil tussen deze minimumprijs en de EU ETS prijs.

 De voorgestelde minimum CO2-prijs is € 12,30 per ton in 2020 en wordt daarna jaarlijks in kleine stappen verhoogd tot een structureel maximum van € 31,90 per ton vanaf 2030. Het verwachte prijspad van het EU ETS loopt van € 20,50 in 2020 tot € 46,30 in 2030.

Naar verwachting zullen de EU ETS prijzen dus ruim boven de minimum CO2-prijzen liggen, zodat in de praktijk helemaal geen belasting zal worden geheven. Die komt immers alleen aan de orde indien en voor zover de EU ETS prijs zakt tot onder de minimum CO2-prijs.

 Nederland wordt dus ‘verrijkt’ met een belasting die in beginsel geen opbrengst gaat genereren! Wel moet deze belasting als een ‘stok achter de deur’ zekerheid geven over minimale CO2-prijzen voor elektriciteitsproducenten. Dit zou producenten langjarig zekerheid bieden over de minimale hoogte van de CO2-kosten die zij zullen moeten betalen, zodat zij daar rekening mee kunnen houden bij hun beslissingen om te investeren in CO2-arme technieken. Het lijkt twijfelachtig of van deze belasting met de voorgestelde tarieven veel effect verwacht mag worden.

 Tot slot: voor jaren waarin de onderhavige belastingheffing toch aan de orde mocht komen, is voorzien in allerlei verplichtingen voor de belastingplichtigen (zoals het opstellen van een elektriciteitsmonitoringsplan, het bepalen van de elektriciteits-jaarvracht, het opstellen van een elektriciteitsemissieverslag en het doen van aangifte) en in vergaande taken van de Nederlandse emissieautoriteit (waaronder de heffing en invordering van de belasting).